De zomer is geen seizoen, het is een ritme. Een cadans van zinderende straten, plakkende ijsjes, klaterende kinderen, zonnebrand op schouders en gesprekken die net iets langer duren dan anders. In deze expositie is de zomer niet geretoucheerd, niet gestileerd – maar gevangen zoals zij werkelijk is: luidruchtig, kleurrijk, rommelig en onweerstaanbaar levendig.
De camera dwaalt door steden, over stranden, langs markten en terrassen. Ze kijkt, glimlacht soms, en registreert met gevoel. Mensen zijn zichzelf, geven zich over aan de zomerzon. Een handdoek als troon, een plastic tas als strandtas, zonnebrillen als maskers. De beelden zijn een knipoog, geen oordeel. Een eerbetoon aan de schoonheid van het alledaagse, in al haar rauwe en warme eerlijkheid.
Geïnspireerd door de ironie van Martin Parr en de brutale eerlijkheid van William Klein, wil deze expositie je geen zomer laten zien – het wil je de zomer laten voelen. De geur van zonnebrand, het geluid van slippers op asfalt, de tinteling van warmte op de huid.
Welkom in de energie van de zomer.