Nieuwe rubriek: Clubkwesties

In een nieuwe rubriek in de nieuwsbrief zullen Bert Reemer (lid van Fotogroep Haarlem) en Kees Molders (voorzitter van Culemborgse fotoclub Lek en Licht) min of meer afwisselend Clubkwesties aankaarten: onderwerpen die iedere club zouden kunnen raken, waar iedere fotograaf tegenaan kan lopen, waar het clubleven mee gemoeid is of die zich als vraagstuk overal in 'Fotobondsland' zouden kunnen voordoen.

Het doel is de gedachten van leden en clubs te prikkelen, reacties uit te lokken en om ideeën en mogelijke oplossingen boven water te krijgen. Bert en Kees: 'We geven onze gedachten, mijmeringen en verbazingen op persoonlijke titel. We schrijven wat we misschien in onze eigen club of van elders hebben ervaren, en ronden steevast af met een vraag in de trant van: wat vind jij, wat zou jouw club doen, hoe kijk jij tegen deze zaak aan?'.

Hieronder de artikelen in deze reeks. Reageren kan via het Forum op de website van de Fotobond (na inloggen). Laat van je horen!

Hoe trek je een mentoraat weer vlot?

Driekwart jaar geleden leken we het voor elkaar te hebben: een mentor, een aantal clubleden dat wilde meedoen, zelfs een aantal concrete data in de agenda. Deels vóór, deels na de zomervakantie, was het idee. De huiswerkopdrachten werden ingeleverd over waarom je fotografeert, wat je verwacht van het mentoraat en wat je gaat doen. Toen kwam corona en het hele mentoraat ging in de ijskast. Onze mentor was zo vriendelijk zijn inleiding op zijn mentoraat ('Werken aan series') voor ons op video op te nemen. We konden die bekijken in plaats van de eerste bijeenkomst, maar daarna werkte het niet meer. We vonden het niet verantwoord om bijeen te komen.

Inmiddels zitten we in de tweede gedeeltelijke, kennelijk iets minder intelligente lockdown. De meeste dingen gaan niet door (vul hier iets willekeurig-leuks in en je zult zien: het gaat niet door). Allerlei cursussen worden geschrapt, ook doordat mensen terughoudend zijn geworden om groepsbijeenkomsten bij te wonen, al zóu het mogen. Ik kan me prima voorstellen dat mentoren zich niet aan de wisselende contacten met fotoclubleden willen blootstellen. Het is om moedeloos van te worden. Ik zag deze zomer nog een foto van een slotbijeenkomst van een afdelingsmentoraat op anderhalve meter, met projectie van de eindresultaten op een scherm. Iedereen was blij elkaar en elkaars werk weer te kunnen zien, luidde het bijschrift, maar dat was dan ook de laatste ontmoeting. Het goede recept voor een mentoraat-nieuwe-stijl is nog niet gevonden.

Een mentoraat is een lotgenotencontact in fotografie, zoals een clubgenoot het ooit uitdrukte. Samen over een tafel vol foto's kruipen, dingen aanwijzen en schuiven met afbeeldingen, commentaren aanhoren en geven. Aantekeningen en goede voornemens maken voor de volgende ronde. Dingen leren. Met je map met nieuwe foto's aanschuiven op een nieuw adres, want bij ons is roulerend gastvrouw/heerschap gebruikelijk. Benieuwd zijn wat het commentaar van de mentor en van de lotgenoten zal zijn. Koffie drinken en het onvermijdelijk gezellig laten worden. En soms láát. Dat zijn dingen die je niet op anderhalve meter kunt doen want dan kun je niet kijken wat er gebeurt, je moet stijf op je stoel blijven zitten. Zo'n mentoraat past ook niet meer in een modale huiskamer...

Hoe nu verder, zodra het weer mag en verantwoord kan? Zaaltje huren? Beamer er bij en iemand tevoren de foto's laten inzamelen? Hoe leg je op een beamer een serie uit? Hoe schuif je met digitale foto's? Hebben mentoren vernieuwende werkvormen in de pen? Toch via video vergaderen? Er wordt vast op gepuzzeld.

Ik nodig iedereen, en vooral de mentoren, uit om verse ideeën aan te dragen over hoe je een mentoraat uit de impasse trekt. Deel je mening en plannen en vertel over je aanpak op het forum! > reageer op het forum.

Kees Molders
november 2020

Foto's bespreken: feedback in clubverband

Een gebeurtenis van een paar jaar geleden is in mijn achterhoofd blijven plakken. Net als bij de meeste fotoclubs kan iemand die belangstelling heeft om lid te worden, twee keer vrijblijvend komen rondsnuffelen in een bijeenkomst. Er kwam dus een fotograaf verkennen of onze vereniging iets voor hem zou zijn. Ik weet niet meer wat er die dag op het programma stond, maar we hebben hem na die ene keer nooit meer teruggezien. Jammer. Een clubgenoot kwam hem later ergens op een evenement tegen: 'waarom kwam je niet meer kijken?' Wel, hij vond ons te aardig, te lief voor elkaar - bij het geven van commentaar op foto's. 'En daar leer ik niets van', luidde de conclusie. Hij hoorde liever helder beargumenteerde kritiek dan omfloerste verbeterpunten. Aha. 

We bespreken onze fotografie aan de hand van de vier pijlers Beschrijven, Analyseren, Interpreteren en Waarderen uit het onvolprezen boek Over Foto's Gesproken van Brongers en Ophof.

Ik herinner me dat in die tijd de foto centraal moest staan. Je bespreekt immers de foto en niet de fotograaf, was de gedachte. Dat moest voorkomen dat de discussie op de persoon werd gevoerd - of dat lange tenen werden geraakt, voeg ik daar aan toe. In feite gingen we daarmee gevoeligheden uit de weg, tot op het niveau waarop de fotograaf geen rol meer leek te spelen.

De fotograaf (m/v) bepaalt echter onomstotelijk de inhoud van de foto. De fotograaf vertaalt voor ons de vier dimensies van de wereld in een tweedimensionale afbeelding. Hij bepaalt standpunt, uitsnede, tijdstip en focus. Met die middelen ordent en structureert de fotograaf de rommelige wereld en vraagt aandacht voor zaken die anders aan ons zouden zijn voorbijgegaan: KIJK dan! Ik stel, dat de fotograaf als enige verantwoordelijk is voor zijn of haar foto. Hij heeft een keuze, kan de wereld naar zijn hand zetten. Wachten op het juiste moment, een ander standpunt kiezen, veel opnamen maken en veel weggooien. Om te beginnen zélf kritisch zijn. En als dat allemaal niet helpt, denk dan aan de ultieme les van wijlen Karel Maat: “Er is geen excuus, dan maak je hem maar niet”. Je hoort het hem zeggen. Onomwonden, maar wel zo duidelijk. Het advies werd grijnzend in ontvangst genomen, want hij zei het in een al wat geharnaste mentoraatsgroep.

Wat de fotograaf deed of naliet, welke keuzen hij maakte, en waarom, is dus bepalend voor wat we te zien krijgen. Bespreking daarvan is onvermijdelijk. Alleen de foto bespreken helpt de maker maar half.

Kritiek is overigens een volstrekt neutraal woord. Kritiek geven moet geoefend worden, maar kritiek ontvangen evenzeer. Een bespreking van fotowerk gaat niet samen met overgevoeligheid. Het vergt enige moed en misschien een dosis zelfvertrouwen, bij alle betrokkenen. Zolang je de bespreking van een foto integer en inzichtelijk opbouwt en de toonhoogte afstemt op de persoon, kan er bij het geven van een oordeel weinig mis gaan. De drempel voor het inbrengen van foto's blijft dan op aanvaardbare hoogte, ook voor onzekere en zoekende fotografen. En iedereen leert er van.

Hoe bespreekt jouw club foto's? Zijn jullie ook 'aardig' voor elkaar? Welke werkvormen bevallen het best? Hoe voorkom je dat de vierde pijler, Waarderen, achteraan bungelt?

Ik ben benieuwd, reageer op het Forum van de Fotobond bij de topic 'Clubkwestie: Foto's bepreken'. > reageer op het forum
Voor het boek van Brongers en Ophof 'Over foto's gesproken': kijk onder Opleiding en Inspiratie. Zeer aanbevolen!

Kees Molders
juli 2020

De clubwebsite

Ter voorbereiding hebben we uit pure nieuwsgierigheid wat rondgekeken op websites van fotoclubs. De meeste clubs hebben een goed vormgegeven site met veel goede informatie; dat zijn goede introducties van die clubs. Slechts een enkele club is op internet niet te vinden, misschien zijn dat kleine groepjes fotografen. Ons vielen een paar zaken op: technische en inhoudelijke. Geen grap: bij enkele sites meldde onze browser 'schadelijke website, bezoek afgeraden' of woorden van gelijke strekking; we hebben dat maar niet verder uitgezocht. Bij een andere club was het menu 'alleen voor leden' niet afgeschermd met een wachtwoord; niet dat er iets vertrouwelijks in stond. Oké... die sites worden kennelijk niet echt getest door de makers - of door de leden. Veel sites zijn naar hedendaagse standaard fraai opgemaakt en aantrekkelijk om naar te kijken, andere zijn sinds het tijdperk van lekker klungelen met html en hand-programmeren niet meer aan een opfrisbeurt toegekomen.

Voor wie maak je een site? Ik denk voor passanten, voor mensen die lid zouden willen worden en voor de eigen leden. Door de bank genomen zou ik als aspirant-lid willen weten waar en wanneer de club bijeen komt. Die informatie is vrijwel altijd goed verzorgd. Meestal is met weinig zoekwerk een activiteitenagenda te vinden. Maar basale informatie over hoe groot de club is (huiskamergroep of honderd leden?), wat de contributie is (€35 of €100?) ontbreekt soms. En enkele clubsites melden niets jongers dan augustus 2017, of zo. Het landschap is divers, zal ik maar zeggen.

Het is ook niet makkelijk, je zou maar webmaster zijn van een fotoclub. Iedereen verwacht dat je de site actueel houdt, terwijl maar weinig mensen stukjes aanleveren over de jongste uitstap naar een fotomuseum (met foto's !). En wie houdt de jaaragenda bij? Een webmaster trekt nog wel eens aan een dood paard, lijkt het. Wat gebeurt er als die trouwe tovenaar verhuist en zijn lidmaatschap opzegt, is er dan iemand die weet hoe het werkt? De eerste gedachten zijn er al: het lijkt verstandig om een redactie te hebben als je een actuele en aantrekkelijke site wilt hebben als uithangbord van de vereniging. Kennelijk moet je het technisch beheer overdraagbaar maken en eigenlijk niet aan één persoon overlaten, anders ben je kwetsbaar, als club én als beheerder.

Welke eisen stelt jouw club aan de website, voor wie is die primair bestemd, krijgt hij eigenlijk wel aandacht? Hoe organiseren jullie de inhoud, vormgeving ​en het technisch beheer?

Wij zijn benieuwd! > reageer op het forum

Kees Molders
maart 2020

Video-vergaderen

Met enige schroom moet ik toegeven dat ik me er lange tijd verre van heb gehouden: video-vergaderen. Het V-woord is weer gevallen, nu nog het C-woord zien te vermijden... Een enkele keer videobellen met Whatsapp is het hoogste wat ik tot voor kort heb bereikt. Het voelt kunstmatig, geforceerd, tegennatuurlijk. Ik ben dan ook niet geboren met een smartphone in de hand.

Toch zal ik er aan moeten geloven want ‘deze situatie’ zal nog erg lang duren. Het bestuur van mijn club heeft nu drie keer video-vergaderd en dat was best te doen omdat er geen ingewikkelde vraagstukken op de agenda stonden; het ging zeker in het begin voornamelijk over vervallen bijeenkomsten. En we maken er - anders dan het songfestival en sportrubrieken op televisie - geen Kunst van om de leegte te vullen met dingen die niet doorgaan.

Nu telt voorts, dat een bestuur bestaat uit een overzichtelijk aantal personen. Dat wordt anders als we meer mensen zouden willen ontmoeten. We houden onze normale ledenbijeenkomsten in een multifunctioneel gebouw zoals veel (foto)clubs gebruiken voor hun samenkomsten. We weten dat onze verhuurders studeren op het anderhalve-meter-vergaderen. In de zaal waar we normaliter met ± dertig leden bijeen komen is geen ruimte om met zo’n aantal op dubbele armlengte te zitten. In geen enkele zaal trouwens... Misschien dat het met cursussen mondjesmaat gaat lukken, we zullen zien. Ons mentoraat hebben we uitgesteld, want daar moet je je toch echt gezamenlijk over foto's kunnen buigen.

Nu is het een merkwaardig verschijnsel dat mensen zweren bij iets dat ze goed kennen, of beter: enigszins snappen. Ik hoef u nauwelijks te herinneren aan de onvermijdelijke Canon/Nikon- of Lightroom/CaptureOne-discussies in uw club. Ik vertel u: hetzelfde doet zich voor met video-vergader-software. Ik heb het over de Teams-Slack-Zoom-WhatsApp-Jitsi-discussie. Wat er allemaal niet kán. Nee, deze is veel beter. Nou in déze kun je je scherm delen.

In de praktijk is het vooral een kwestie van zo simpel mogelijk houden: als het kan geen software installeren want daar hebben digibeten een hekel aan - en in jouw club zijn die gegarandeerd aanwezig. Trouwens: iedereen, digibeet of niet, wil liever geen duizend kunstjes maar gewoon met een paar simpele handgrepen in beeld komen en kunnen praten.

Eerst en vooral moet het digikletsen meer vertrouwd gaan aanvoelen.

Mijn club is zeker niet de eerste die noodgedwongen de computer als communicatiekanaal heeft omarmd. Inmiddels hebben we na een vrijdag-avondse oefensessie met de leden een heuse fotobespreek-bijeenkomst gehouden op zaterdag met 28 (!) leden. En dat ging boven verwachting. De te bespreken foto's werden beeldvullend getoond door de regisseur, daarnaast stonden ze op de website. De regisseur gaf sprekers de beurt. Met een béétje ordelijk gedrag is het te doen. En het was goed de clubgenoten weer te zien en te horen. Daar gaan we dus mee door, al zoeken we ook naar geschikte anderhalve meter-ruimtes.

Ik geef ter lering en vermaak onze eerste beginnerservaringen en -fouten, zonder enige twijfel van toepassing op alle platformen:

- Tevoren even oefenen helpt echt; dat geldt niet zozeer voor een ervaren organisator maar meer voor de deelnemers. Dat voorkomt bij de 'echte' bijeenkomst een half uur geklungel, echt waar... Alle software-makers laten in hun demo-filmpjes valselijk zien hoe simpel alles is. Jouw computer wordt echter bestuurd door Murphey, niet door gelikte marketing.

- Maak een instructie voor de leden.

- Wijs een regisseur aan die instrueert en spreek-beurten uitdeelt. Dat hoeft niet per se de voorzitter te zijn, misschien liever iemand die handig is met het vergader-programma. Ik geef het grif toe.

- Als je op je tablet werkt en geen app wilt installeren, kun je vaak via de webbrowser werken. Realiseer je, dat de versies van de desktop en tablet enorm kunnen verschillen. De instructies moet je daarop aanpassen.

- Als je dit niet eerder hebt gedaan, heb je vast de microfoon en de camera uit staan. Bij zowel PC, tablet als laptop moet je de browser of app toestemming geven om die te gebruiken. Dat zit ergens diep in de privacy-instellingen verstopt. Vandaar dat oefenen...

- Bij een mobiel apparaat: zet het ding horizontaal. Zo'n smal verticaal beeld oogt niet.

- Gebruik als het kan een headset of de bij een smartphone geleverde oordopjes-met-microfoon. Dat voorkomt vaak rare echo's en het rondzingen van het geluid.

- Doe even moeite: zorg voor goed licht op je gezicht, dan kijken mensen niet tegen een donker profiel aan. Jij was toch fotograaf !?

- Denk nou niet dat iedereen hetzelfde ziet als jij: de een kan een digitaal handje opsteken ('ik wil wat zeggen') maar de ander ziet dat helemaal niet. De een heeft op de PC negen personen in beeld plus een aanwezigenlijst, de ander op de tablet slechts drie vergaderaars plus zichzelf, zonder te weten of de anderen hem zien.

- Enige discipline helpt: microfoon uit als je niet praat. Zeker als je buurman met een boorhamer bezig is.

Er gaat gegarandeerd veel fout, maar na een tijdje gaat het echt lukken. Ik beveel het video-gesprek van harte aan! Doen! Oefen! Wen er maar aan, dit is nog lang niet voorbij...

Hoe gaat jouw club om met bijeenkomsten, went het videogesprek al een beetje?

> reageer op het forum

Kees Molders
juni 2020

Alleen of met de fotoclub naar een fototentoonstelling

Zondag, Buitenhof op tv. Mijn vrouw roept: Dit moet je even zien, er wordt een fotograaf geïnterviewd. Tja en als mijn vrouw dat opmerkt, dan moet het wel iets speciaals zijn. Stephan Vanfleteren was aangeschoven en deed verslag van zijn fotografisch verleden en vertelde over zijn tentoonstelling in het Fotomuseum in Antwerpen.

Ik zag meteen twee kansen: een leuk uitje naar een leuke stad en een interessante tentoonstelling. Direct m’n fotomaat gebeld en een week later met de trein naar het mooie station in Antwerpen waar foto’s gemaakt kunnen worden en vervolgens door de oude binnenstad wandelen naar het museum.

De tentoonstelling was zeker de moeite waard en enthousiast deelde ik mijn ervaring op de fotoclub. Reacties kwamen er, zoals hé interessant, wil ik ook heen, of ben ik al geweest.

Achteraf voelde het als een gemiste kans. Had ik niet eerder aan de bel moeten trekken, wellicht was het iets wat “wij” als fotoclub hadden kunnen doen. Een interessante fototentoonstelling als deze had een mooie bijdrage kunnen leveren aan ons clubprogramma vanwege het mooie materiaal dat besproken had kunnen worden.

Nu ik mijzelf deze vraag had gesteld kwamen er meer vragen. Hoe bereid je een bezoek aan een museum/tentoonstelling voor? Kun je verdieping vinden in het leven en werk van de fotograaf, door bijvoorbeeld het tv-programma terug te kijken. Of kan één van de leden een korte studie doen over het werk van de fotograaf en met welke inzichten hij te werk gaat. En als men enthousiast is, wat is dan de verwachting die men heeft bij dit bezoek? Wat gaat het opleveren?

Kortom, er is met enige moeite méér te halen uit een tentoonstellingsbezoek.

Bedenk opdrachten zoals:

- Hoe ga je de tentoonstelling bezoeken.

- Benoem welke foto je het meest heeft geïnspireerd en bespreek op de volgende clubavond waarom deze foto je zo raakt. Is het de compositie, of het verhaal, de techniek etc.

- Of ga op pad en maak een foto met de opgedane kennis en inzichten en bespreek deze met elkaar in clubverband.

En bedenk tenslotte dat je, uiteraard afhankelijk van waar de tentoonstelling is, op weg naar en terug altijd nog mooie foto’s kunt maken van wat je onderweg tegenkomt.

Heb je ook ervaring met het vergroten van het effect van tentoonstellingsbezoek, deel je mening dan met anderen via het Forum van de Fotobond.

> reageer op het forum

Bert Reemer

de financiële reserves van de fotoclub

Clubkwestie: de financiële reserves van de fotoclub

Eind vorige eeuw heb ik eens de opheffing van een vereniging begeleid. Voor de PC-privé-club was er geen emplooi meer. Wat een tijdsbeeld, overigens! Daarom besloot de Algemene Ledenvergadering in een goed voorbereide bijeenkomst tot opheffen. Goed voorbereid, want er was een 'probleem': er was geld in kas. Door een slimme contributieheffing en een zuinige inslag was het vermogen aangegroeid tot een bedrag dat een hoop gedoe had kunnen veroorzaken. We hebben de statuten en het Burgerlijk Wetboek geraadpleegd, twee goede doelen uitgezocht en er met vereende krachten een klap op gegeven. Keurig volgens de regels met een advertentie in de plaatselijke courant en een papieren afhandeling bij de Kamer van Koophandel werd de vereniging ten grave gedragen. De KvK viel bijna van zijn stoel, want verenigingen komen doorgaans roemloos en in stilte aan hun einde door gebrek aan leden en pecunia - maar dat is een andere kwestie.

In mijn fotoclub hebben we een traditie, inmiddels een soort running gag: ieder jaar, bij het presenteren van de begroting, vraagt één lid: moet onze contributie niet omhoog? En ieder jaar antwoordt het bestuur: kom maar met plannen waarvoor we dat extra geld nodig hebben en we doen een passend voorstel. En na een hoop grappen wordt de contributie conform het oorspronkelijke plan vastgesteld.

Intussen hanteert het bestuur een tot nu toe succesvol beleid waarbij de reserves ongeveer één à anderhalf maal de jaarbegroting bedragen. Daarmee kunnen we in de toekomst tegenvallers of 'grote' aanschaffingen opvangen. Denk aan een teruglopend ledental, stijgende huurprijs of de aanschaf van een beamer of beeldscherm. Maar niet méér dus, want te grote reserves duiden op een gebrek aan activiteiten en/of op een te hoge contributie; zie daar maar eens een speld tussen te krijgen.

Ik verbaas me over verenigingen die een bijdrage van de leden vragen die niet écht veel hoger is dan hun afdracht aan de Fotobond. Die clubs zijn schaars maar ze bestaan. Geen idee wat daar op het jaarprogramma staat en hoe de begroting in elkaar zit; bijzonder hoor. Combineren die misschien een bruisend verenigingsleven met gulle sponsoren?

Het bestuur bestuurt. Doorgaans kun je de financiën met een gerust hart overlaten aan dat gezelschap: waar heb je het anders voor? Maar ook als het onderwerp je koud laat, is geld minimaal één keer per jaar een zaak van ieder clublid.

Hoe gaat jouw club om met reserves? Hoe is de verhouding in het jaarprogramma tussen de hoogte van de contributie, de bankrekening en de begrotingsposten Afdracht Fotobond, Huur, Activiteiten en Sprekers? Hanteren jullie ook een richtsnoer voor de verhouding tussen de jaaromzet en de reserves?

Ik ben benieuwd, reageer op het Forum

Kees Molders